Column: Machinale molens

Tot aan de 41ste Molenmarkt op 14 september schrijft oud molenaar Hans Dobbe iedere week een verhaal over een van de vele molens, die ooit in Wageningen werkten en een levendig panorama vormden in onze stad. Schilderachtig mooi en voor velen nog totaal onbekend tot nu toe, wordt er een overzicht gegeven.

Overige machinale molens in Wageningen.

Vanaf de middeleeuwen zagen we de waterradmolens, de rosmolens en natuurlijk de windmolens in Wageningen hun werk verrichten door vele ambachtslieden voor allerlei producten en voor voeding van mens en dier. De 19e eeuw maakte dat door het gebruik van eerst de stoommachine er een grotere onafhankelijkheid van natuurlijk energiebronnen ontstond.

In 1860 lieten Reijer Rutgers en Hendricus Pannekoek aan de Veerstraat (ongeveer op nr 55) een schors- en tevens graanmolen bouwen, aangedreven door een stoommachine. Het zal geen groot succes geweest zijn, want in 1891 verkoopt Rutgers de stoomkorenmolen en werd hij afgebroken.

Ook de windmolenaars keken erg naar elkaar, zo kwam er in De Eendracht eind 19e eeuw hulpaandrijving in de vorm van een 12 pk petroliemotor. In De Ooievaar verscheen ook een 12 pk petroliemotor en in De Vlijt in 1902 een 16 PK gasmotor. De pijp waar het stadsgas De Vlijt inkwam, is nog steeds aanwezig. Men keek erg naar elkaar om qua concurrentie niet te ver uit de pas te lopen!

In 1906 werd de graanmaalderij van Van Ingen gebouwd. Deze stond aan de 1Buurtseweg  op de plaats waar nu de sporthal staat. Deze maalderij werd aangedreven door een 16 PK zuiggasmotor en is rond 1955 gesloopt. De firma Gebrs Roes hadden voor hun leerlooierij  ook een schorsmaalderij in de 1e Gerdesstraat. Er draaide nog een windmolen in Wageningen en wel op de tuinderij van de familie Hioolen, waar een Amerikaanse windmolen water oppompte en een hoog reservoir vol kon pompen op windkracht om de hele kwekerij te kunnen bevloeien. Ook maalde men met molenstenen tabak voor snuif, de specialiteit van deze familie. De Hioolens kwamen oorspronkelijk uit Kralingen en maalden daar snuif en carotten op de beide windmolens De Ster en De Lelie aan de Kralingse Plas.  Omdat Rotterdam uitbreidde werden zij onteigend en verhuisde de familie naar de Tarthorsterweg in Wageningen, waar de bestaande tuinderij Pomona werd overgenomen.