Column: grut- en pelmolen

Tot aan de 41ste Molenmarkt op 14 september schrijft oud molenaar Hans Dobbe iedere week een verhaal over een van de vele molens, die ooit in Wageningen werkten en een levendig panorama vormden in onze stad. Schilderachtig mooi en voor velen nog totaal onbekend tot nu toe, wordt er een overzicht gegeven.

Het Rimsdickshuys stond tegen de stadswal aan precies op de plaats
waar nu de flat staat. (Foto H. Dobbe)

De 5e rosmolen in de Binnenstad is de grut- en pelmolen in “het oude Rimsdickshuijs”. Gillus van Riemsdijck  en kort daarna Cornelis van Riemsdijck waren burgemeester van Wageningen in de 16e eeuw. Zij bewoonden het naar hen genoemde “ Rimsdickshuijs”.

Door de bewoning van de familie Van Riemsdijck zal de weg naar hun huis de naam Riemsdijkstraat gekregen hebben. Dit grote huis stond aan het uiteinde van de Riemsdijkstraat tegen de stadswal aan ongeveer op de plaats van het huidige flat. (foto).  In 1776 wordt het perceel bij een verkoping omschreven als “huys, erve, stallinge en koetshuijs, manege, bassecour, thuijn, koepel en theehuijs en verder alles wat daartoe behoort, soo en als ’t selve door den Heer Transportant is bewoont geweest aan de Riemsdijkstraat, streckende tot en langs de Stadswal”. In de naastgelegen schuur op hetzelfde perceel bevond zich de genoemde grut- en pelmolen. In de pelmolen werd gerst gepeld tot gort voor o.a. gortepap. De gerst werd ontdaan van de harde schil door de korrels met hoge snelheid tegen een scherpe geperforeerde blikken plaat aan te schuren, waardoor de korrel zo “geslepen” werd. In 1806 is dit bezit “huis en erve met annexe schuur, grut- en pelmolen” eigendom van de Heer Thimon Christiaan Westerloo en zijn vrouw Barbara Louisa Sandra echtelieden.

In 1812 werd “het Rimsdickshuis” van Thimon Westerloo gesloopt. Over bleef de schuur waarin de rosmolen was, die de grut- en pelmolen aandreef.

Van 1826 tot 1868 is de schuur met de molen eigendom van Johannes Everhardus de Voogt en Femia van Endt. De schuur is dan in gebruik als koetshuis, stalling en pakhuis. Over de aanwezigheid van de rosmolen wordt dan niet meer gesproken.

Brononderzoek: Historische Vereniging Oud Wageningen.